-
Eerst wordt een wedstrijdoverzicht van het laatste jaar (1 september t/m 31 augustus) gemaakt met alle grote wedstrijden in binnen- en buitenland waaraan
Nederlandse piloten hebben deelgenomen. Voor de deelnemers geldt de verplichting dat zij desgevraagd de CWS voorzien van de gedetailleerde uitslagen.
-
Alleen wedstrijden die geheel zijn gevlogen door dezelfde vlieger worden meegenomen. Het is onmogelijk om voor de ladder een score te bepalen
voor een resultaat dat door een combinatie van vliegers is bereikt. Dit betekent dat een gezamenlijk gevlogen wedstrijd op een eenzitter
voor geen van de vliegers meetelt in de Nationale Ladder!
-
Deze wedstrijdresultaten worden toegevoegd aan een databestand dat per vlieger al zijn/haar voorgaande wedstrijdresultaten bevat.
Vliegers die betrapt worden op het gebruik van doping volgens de WADA-code worden niet opgenomen in de Nationale ladder en komen zodoende
niet in aanmerking voor de KP- selectie.
-
Elke wedstrijd krijgt een Dim-factor op basis van het maximaal te behalen aantal punten (som van alle dagwinnaars) en aantal deelnemers:
-
Als de som van de dagmaxima
Pmax < 5000
of het aantal deelnemers N < 12
dan krijgt
de wedstrijd een Dim-factor toegekend ter grootte van Fdim = (Pmax/5000)*( (N/12) - 1 )
.
Wedstrijden met een som van de dagmaxima
Pmax ≥ 5000
en N ≥ 12
krijgen een Dim-factor van 1. Is de dimfactor ≤0 dan zal de wedstrijd niet
meetellen als een gevlogen wedstrijd.Voor de scoring van Grand-Prix wedstrijden wordt de IGC bepaling overgenomen. In dit geval wordt het
aantal wedstrijdpunten*100 gedaan (dit proces staat beschreven in de Sporting Code 3, Annex D.
-
Hieruit wordt een nieuwe lijst afgeleid bestaande uit vliegers die in de laatste 2 jaar aan tenminste 3 grote wedstrijden hebben deelgenomen waaronder
tenminste één NK en één buitenlandse wedstrijd. Alleen wedstrijden met een Dim-factor groter dan 0 tellen mee voor de ladder.
-
Voor WK/EK disciplines waarin geen NK georganiseerd wordt, dient de vlieger tevoren aan de CWS opgave te doen aan welke buitenlandse wedstrijd hij/zij
zal gaan deelnemen ter vervanging van zijn A-percentage. Deze moet van voldoend hoog niveau zijn bijvoorbeeld Franse, Duitse of Engelse NK, (voor)EK, (voor)WK.
De CWS kan in uitzonderingsgevallen een wedstrijd achteraf aanwijzen, eventueel met aftrek van 5%.
-
Na aanvraag kan, behoudens in bijzondere gevallen, een vervangende NK worden toegewezen indien er ten hoogste 10 dagen liggen tussen de NK
en de (voor-)EK/WK/JWK waarvoor de (J)KP vlieger is geselecteerd.
-
De behaalde wedstrijdpercentages worden berekend door het aantal behaalde punten van de vlieger te delen door het maximaal aantal te behalen punten in zijn/haar klasse.
De verwerking vindt plaats met minstens 6 decimalen. Negatieve waardes (als gevolg van evt. malus) worden op 0 gesteld. De gepubliceerde waarden worden
afgerond op 2 decimalen. De wedstrijdpercentages worden berekend op basis van de definitieve uitslagen. Dit betekent voor de ladder dat de
vliegtuighandicap wordt overgenomen zoals de wedstrijd dit bepaald heeft. Dus soms helemaal geen, soms de DAeC-handicap en soms de IGC-handicap.
-
Behaalde percentages gevlogen op een tweezitter worden toegekend aan de beste vlieger van de twee. Wie de beste vlieger is, bepaalt de CWS.
Hierbij kan de Nationale Ladder van het seizoen daarvoor de leidraad zijn.
-
Als tijdens een Grote wedstrijd twee of meer klassen gecombineerd worden, mogen de percentages hiervan gebruikt worden t.b.v. de
Nationale ladder / KP- selectie. Voorwaarde is dat deze gecombineerde klasse dezelfde starttijden, opdrachten en restricties moeten hebben gehad.
-
Voor niet- gevlogen dagen, pechdagen of sectorfouten wordt geen correctie aangebracht. Alleen in het geval dat een vlieger om ernstige persoonlijke
redenen, zoals overlijden familielid, een evenement vroegtijdig moet verlaten dan kan door de CWS besloten worden om de Pmax en de Fdim
te corrigeren naar de werkelijk gevlogen dagen.
-
De 3 beste wedstrijden uit de laatste 2 jaar zullen vervolgens worden geselecteerd onder de volgende voorwaarden:
-
Tenminste één NK
-
De totale Dim-factor van de wedstrijden is niet lager dan 2.1. Indien nodig worden meer wedstrijden toegevoegd om aan de minimale eis voor
de totale dimfaktor te voldoen. Indien de totale dimfaktor van de gevlogen wedstrijden lager is dan 2.1 worden alle wedstrijden gebruikt voor de berekening.
-
A is het resultaat van een vlieger behaald op de (vervangende) NK van de laatste 2 jaar. In geval van een vervangend NK (geen deelname aan meest recente) wordt een
malus van 5% toegepast. Merk op dat de dimfaktor later pas wordt toegepast.
-
Laat B1…Bn de percentages zijn behaald op alle overige wedstrijden van de voorafgaande twee jaren, met
d1…dn de bijbehorende dimfactoren.
Dan geldt: B is het gewogen gemiddelde resultaat van de combinatie van de overige wedstrijden en bedraagt
B = (d1*B1 + d2*B2)/(d1 + d2)
met als bijbehorende
dimfactor b = (d1 + d2)
waarbij b ≤ 1
.
-
Vervolgens wordt het gewogen gemiddelde van A en B bepaald, de zogenaamde AB-score. Deze bedraagt
AB = (a*A + b*B)/(a + b)
waarin
a de dimfaktor van de A-wedstrijd is. Van alle combinaties van wedstrijden die aan de eisen voldoen wordt de AB-score berekend, de hoogste
score wordt toegekend aan de vlieger.
-
Dit betekent niet dat automatisch de hoogste A of B scores worden genomen; het kan voordeliger zijn om een iets lagere score te nemen
waarvan de dimfaktor hoger is (en de score dus zwaarder mee weegt). Door alle combinaties uit te rekenen en het hoogste resultaat te nemen
wordt gegarandeerd dat elke vlieger de hoogst mogelijke score krijgt toegekend.
-
Tenslotte worden de vliegers gerangschikt op hun AB-score.
Aldus is de Nationale Ladder verkregen welke openaar wordt gepubliceerd. Deze lijst wordt uitgebreid met in volgorde:
-
De vliegers met 2 wedstrijden waaronder 1x NK
-
De vliegers met slechts 1x NK
-
De vliegers met alleen overige wedstrijden
De AB-scores van deze vliegers worden op identieke wijze berekend.